100 verhalen

“Nadat ik eerst twee jaar in Schiedam als onderwijzeres had gewerkt, kwam ik in 1967 op de VOS. Ik werd de vervangster van Mien van Andel. Als piepjonge lerares was ik best zenuwachtig om Mien te gaan opvolgen. Mien was op de VOS, ondanks haar geringe lengte, een grootheid. Maar het lukte prima. Ik gaf meestal les aan de eerste klas (tegenwoordig groep 3). Ik was een strenge lerares. Streng, maar rechtvaardig. Ik pakte sommige lastige kinderen stevig aan. Maar, ik moest wel, want er werd van mij verwacht dat alle kinderen na de kerst konden lezen. Maar een kindje dat pas op school was, zat soms ook wel de hele ochtend bij mij op schoot.

Collega’s uit die tijd waren o.a. Bert de Roo, Nel van Klaveren, Tineke Verroen en Jaap Bijl. Later kwamen daar nog Bertus Hooftman en Hans Elenbaas bij. Directeur was Jur Kats. Dat was een hele fijne directeur. Ik kon het goed met hem vinden.

Het kamertje van Jur Kats (nu de kamer van Elise en Rob) was de plek waar we ’s ochtends bij elkaar kwamen. Het team was nog erg klein. De kleuterschool was er nog niet bij. Toch was er gebrek aan ruimte. Zo was er ooit een klas die te groot was voor één lokaal. Maar in die tijd was er voor alles een oplossing. De kelder werd leeg geruimd en kreeg een gezellig verfje. Samen met Willemijn van Tol zaten we om de beurt enkele weken met allebei twintig leerlingen in de kelder.

Met schoolreizen ging ik ook wel eens mee. Ik herinner me een keer in Vlieland dat ik tijdens de wad excursie op het wad in de blubber was gevallen. Ik zat vastgezogen en kon er niet meer uit. Onder luid gejoel van de kinderen (ja, dat is mooi, mooi mooi man!) moest ik door het dorp naar de Vliehorst, waar ik me onder de douche weer schoon kon spoelen.

Ik denk met plezier aan mijn schooltijd terug. Ook aan de etentjes met het personeel, bij Hosman Freres in Schiedam, waarvan wij kinderen op school hadden. Ook gingen we naar restaurant de Zwethheul van de familie Wiltschut, die zijn zoons bij ons op school had gedaan.

Hoewel ik school en privé uit elkaar wilde houden, ging ik buiten school toch met enkele ouders om. Met collega Bert de Roo ging ik soms naar den Haag, waar we kunst gingen kopen. Ook maakte ik uitstapjes met Tineke Verroen, bv naar België.

Beroemd waren in die tijd de tompouces die getrakteerd werden. Maar ze moesten wel van banketbakkerij Vroon zijn!”

Terwijl ik al bijna afscheid van haar neem, valt mijn blik op een beeldje op de kast. Ja hoor, het felbegeerde Van Oldenbarnevelt beeldje. Zorgvuldig staat dat daar, naast een beeldje van het Vosje. Ze zal er ongetwijfeld nog vaak naar kijken en denken aan die fijne tijd op de VOS.

Interview door Marianne Cafferata met Ada Meulendijk, Leerkracht 1967-2005