100 verhalen

In 1982 trad ik de eerste klas van juf Meulendijk binnen. Ik had een etui met mijn schoolspullen waar ook een inktlap in moest. Geen idee waarom maar na het verdienen van een vulpen werd de inktlap mijn vriend, net als de doorzichtige balletjes die in de vulling zaten. Mooi schrijven dat leerden we wel van deze nette juf.

De diaprojector kwam tevoorschijn en het eerste verhaal van Veilig Leren Lezen werd ons verteld. Ik dacht dat ik Duimelijntje leuk vond maar toen Tante Tingeling ons in de tweede klas bezocht was ik verkocht. Dia’s waren verleden tijd, de schooltv werd het lokaal van juf De Leijer binnen gereden om ons kennis te laten maken met het duizend-deuren huis van deze tante.

In de derde klas stond juf Jippes voor ons klaar. De mooiste bordtekeningen werden gemaakt met ieder een eigen verhaal. Heel veel kinderen wilden dat deze juf haar tekentalent in hun poëziealbum zou vereeuwigen. In deze groep werd het boek “De kinderkaravaan” voorgelezen. Ik heb het boek hierna zelf cadeau gekregen en wanneer ik nu in iemand zijn poëziealbum, uh vriendenboek schrijf benoem ik dit boek als mijn favoriet. Mijn liefde voor boeken was geboren.

De sprong van de derde klas naar groep 6 voelde voor mij alsof ik twee klassen had overgeslagen. De bovenbouw met ook nog een meester, uh ik bedoel meneer. Meneer Stoeten met zijn muzikale achtergrond waarbij er voor mijn gevoel altijd tijd was voor muziekles of een verhaal. Het was zo fijn dat deze meester mee ging naar groep 7.

Meneer Stoeten, juf Jippes en juf De Leijer zijn in deze periode getrouwd. Juf De Leijer moest wel met meneer Stoeten getrouwd zijn, ze zaten immers naast elkaar in de gymzaal om de felicitaties in ontvangst te nemen! Dat de juf voortaan door het leven ging als juf Bergijk maakte het verhaal niet minder geloofwaardig.

Tijdens mijn PABO opleiding kwam ik voor mijn stage terecht bij juf Meulendijk. Deze nette juf bleek haar zaakjes op onverwacht chaotische manier op orde te hebben. Aan haar bureaulaatjes moest ik maar niet teveel aandacht schenken mits de rijtjes op het krijtbord maar kaarsrecht geschreven stonden. Tevens werd ik erop gewezen dat je op de VOS geen bakkie maar een kopje koffie drinkt. Mijn stage kon niet meer stuk.

Ik mocht later als juf met meneer Oosthoek en juf Cafferata op Echten en Vlieland alles opnieuw beleven. Dit alles was inclusief de middagrust die ik als volwassene nu opeens wel omarmde; wat een cadeau.

Na mijn opleiding werd ik bij mijn sollicitatie op de VOS erop gewezen dat ik wellicht logopedie moest volgen om van mijn Rotterdamse tongval af te komen. Dat mijn accent wellicht op de VOS was ontstaan was niet het antwoord wat ze verwacht hadden, maar ik werd aangenomen.
Ik heb daarna nog vele bakkies koffie gedronken.

Caroline Kok, Leerling 1982-1989, Leerkracht 1997-heden